De veiligste plaats voor je baby om te slapen is in zijn of haar eigen slaapomgeving. Er mag niets in het wiegje liggen behalve een matras, een nauwsluitend laken en uiteraard je baby. Je moet knuffels, wiegspeeltjes en mobiles weghalen, want die kunnen 's nachts risico's opleveren.

Je kunt de wieg de eerste zes maanden in je eigen slaapkamer zetten. Maar samen in één bed is niet aan te raden, behalve natuurlijk om je kleintje te voeden of tot rust te brengen. Het is verstandig om je baby daarna weer in het eigen bedje te leggen. Dan kunnen jullie allebei rustig slapen en went je baby aan zijn of haar eigen slaapplekje.

Door de combinatie van luchtdoorlatende matrashoezen en ventilatiesystemen in de matraskern kan je baby vrij ademen en zweet hij of zij niet in zijn bedje. Luchtkanalen en ademende materialen zorgen ervoor dat de lucht in de matras circuleert. De CO2 die je baby uitademt wordt afgevoerd, en ongewenste warmte-ophopingen worden voorkomen.

Heeft je kind eenmaal in de gaten, dat het makkelijk is om op eigen houtje uit bed te klimmen, dan kan dat de eerste paar nachten een probleem opleveren. Tip: blijf vooral kalm en consequent. Breng je kind telkens weer terug naar het eigen bedje. Daarmee kweek je goede slaapgewoonten en uiteindelijk slaapt hij of zij beter op de eigen slaapplek, zonder 's nachts alsmaar wakker te worden.

Maak je niet ongerust als een kind steeds uit bed komt. Het kost je wellicht een paar uurtjes (en misschien zelfs meerdere nachten), maar houd vol; je kind beseft vanzelf dat hij of zij gewoon in het eigen bed moet slapen. Wees standvastig en rechtvaardig en zeg iets als: 'Het is nacht en je hoort in je bed. Slaap lekker en tot morgen.' Word je boos en dreig je met straffen, dan is de kans groot dat je kind gewoon doorgaat, in de onbewuste hoop dat je gefrustreerd raakt en toegeeft. Haal je kind niet bij jou in bed. Je moet duidelijk maken dat hij of zij een eigen plek heeft om te slapen.