Kort nadat baby's op de wereld zijn gekomen, leren al ze contact te zoeken met de ouders en voelen ze zich veiliger bij deze gezichten dan bij de gezichten van onbekenden.

Naarmate baby's wat ouder worden, worden ze sociaal actiever. Ze leren glimlachen, schoppen en geluiden maken. Deze bewegingen leggen de basis voor alle menselijke communicatie.

In deze maanden draait alles om dingen ontdekken, zowel verbaal als fysiek. Deze tijd staat bij baby's in het teken van het verkennen van hun omgeving, spelletjes en speelgoed. Ze beginnen te experimenteren met verschillende geluiden en hoewel ze misschien nog niet praten, is hun taalontwikkeling al in volle gang.

De relatie tussen ouder en kind wordt nóg sterker. In deze tijd kunnen baby's gezamenlijke aandacht ervaren, wat betekent dat ze een ervaring kunnen delen en verkennen met een andere persoon. Een duidelijk teken hiervan is wijzen met de wijsvinger.             

Dankzij veilige relaties met hun verzorgers worden baby's zich bewust van zichzelf. Dit zelfbewustzijn legt de basis voor hun empathische vermogen later in het leven.

De emoties van peuters lopen vaak hoog op, maar ze hebben er nog geen controle over. Ze leren pas echt door te doen en daardoor zijn ze soms erg impulsief. Op deze leeftijd breiden peuters ook hun woordenschat uit. Die groeit tot ongeveer 1000 woorden als ze drie jaar oud zijn.   

Hoewel hun verzorgers op nummer één blijven staan, willen kinderen op deze leeftijd ook hun sociale kring vergroten. Op deze leeftijd groeien ze uit tot zelfverzekerde sociale ontdekkingsreizigers, klaar om de wereld te veroveren. Die sociale vaardigheden gaan gepaard met een dieper begrip van hun eigen gedachten en een toename van hun spraak en woordenschat.

Kinderen leren sociale interacties echt begrijpen en beginnen empathie te voelen voor hun leeftijdsgenoten. Ze voelen zich aangetrokken tot magisch en fantasierijk spel. Door met volwassenen te spelen, worden de banden dieper, verbetert de grove motoriek en groeit het zelfvertrouwen.